Welkom in de fascinerende wereld van bijen! Deze kleine, hardwerkende insecten zijn veel meer dan alleen de producenten van honing. Ze vormen een onmisbare schakel in onze ecosystemen en spelen een cruciale rol in onze voedselvoorziening. Duik mee in hun diverse soorten, complexe sociale structuren, unieke gedragingen en de uitdagingen waar ze vandaag de dag voor staan.
Kennis cutoff: 2025-04-10
Bijen zijn veel meer dan zoemende insecten; ze zijn fundamenteel voor het functioneren van onze planeet.
De meest bekende en misschien wel belangrijkste rol van bijen is die van bestuiver. Tijdens hun zoektocht naar nectar en stuifmeel vliegen bijen van bloem naar bloem. Hierbij nemen ze stuifmeelkorrels mee op hun lichaam en poten. Wanneer ze een volgende bloem van dezelfde soort bezoeken, laten ze wat stuifmeel achter op de stamper, wat leidt tot bevruchting. Zonder dit proces zouden veel planten zich niet kunnen voortplanten. Geschat wordt dat bijen (en andere bestuivers) verantwoordelijk zijn voor de bestuiving van 80-90% van onze belangrijkste voedselgewassen zoals appels, aardbeien, tomaten, koffie en noten, en bijna 90% van alle wilde bloeiende planten.
Door planten te bestuiven, dragen bijen direct bij aan de biodiversiteit. Ze zorgen voor de voortplanting van wilde planten die op hun beurt weer voedsel en leefgebied bieden aan talloze andere dieren, van insecten en vogels tot zoogdieren. Gezonde bijenpopulaties zijn dus een indicator voor een gezond ecosysteem. Ze helpen de genetische diversiteit binnen plantensoorten in stand te houden, wat planten weerbaarder maakt tegen ziektes en klimaatverandering.
De 'ecosysteemdienst' van bestuiving door insecten, met bijen als belangrijkste spelers, heeft een enorme economische waarde. Wereldwijd wordt deze waarde geschat op vele miljarden euro's per jaar. Zonder bijen zou de opbrengst van veel landbouwgewassen drastisch dalen, wat leidt tot hogere voedselprijzen en mogelijk zelfs tekorten.
Als we aan bijen denken, komt vaak de honingbij als eerste naar boven. Maar de wereld van bijen is veel diverser! Wereldwijd zijn er zo'n 20.000 beschreven soorten, en alleen al in Nederland vliegen er bijna 360 verschillende soorten rond.
Dit is de bekende 'imkerbij'. Honingbijen leven in grote, goed georganiseerde volken (kolonies) met één koningin, duizenden werksters (vrouwtjes) en in het seizoen enkele honderden darren (mannetjes). Ze staan bekend om hun honingproductie en complexe communicatie via de 'bijendans'. In Nederland worden ze voornamelijk gehouden door imkers en komen ze nauwelijks nog in het wild voor.
Hommels zijn ook sociale bijen en behoren tot dezelfde familie als honingbijen. Ze zijn echter groter, ronder en hebben een dichte, vaak kleurrijke beharing. Hierdoor kunnen ze ook bij lagere temperaturen actief zijn dan veel andere bijen. Ze vormen kleinere kolonies dan honingbijen, meestal voor één seizoen, vaak in de grond, composthopen of verlaten muizennesten. Er zijn ongeveer 30 soorten hommels in Nederland en België, en ze zijn belangrijke bestuivers voor o.a. tomaten en klaver.
De overgrote meerderheid van de bijensoorten (ongeveer 330-350 in Nederland) leeft solitair. Dit betekent dat elk vrouwtje na de paring haar eigen nest bouwt of zoekt, zelf voedsel (stuifmeel en nectar) verzamelt en eitjes legt, zonder hulp van werksters. Er is dus geen kolonie of koningin. Solitaire bijen tonen een enorme variatie in uiterlijk en levenswijze. Voorbeelden zijn metselbijen (die nestelen in gaatjes en kieren), zandbijen (die gangen graven in zandgrond), behangersbijen (die hun nest bekleden met bladstukjes) en maskerbijen.
Net als de koekoeksvogel, leggen koekoeksbijen hun eieren in de nesten van andere (meestal solitaire) bijensoorten. Hun larven eten vervolgens het voedsel dat door de gastvrouw was verzameld voor haar eigen nageslacht. Koekoeksbijen verzamelen zelf geen stuifmeel en hebben vaak een minder behaard, wespachtig uiterlijk.
Deze tabel geeft een vereenvoudigd overzicht van de belangrijkste verschillen tussen de hoofdgroepen bijen die in Nederland voorkomen:
Kenmerk | Honingbij (Apis mellifera) | Hommel (Bombus spp.) | Solitaire Bijen (Diverse soorten) | Koekoeksbijen (Parasitair) |
---|---|---|---|---|
Sociale Structuur | Eusociaal (grote, meerjarige kolonie met koningin, werksters, darren) | Eusociaal (kleinere, eenjarige kolonie met koningin, werksters, darren) | Solitair (geen kolonie, elk vrouwtje zorgt voor eigen nest) | Solitair/Parasitair (geen eigen nest, legt eieren in nest van gastheer) |
Nesting | Grote raten in kasten of holtes (bovengronds) | Kleinere nesten, vaak in de grond, composthopen, verlaten holen | Zeer divers: gangen in grond, holle stengels, hout, kieren, slakkenhuisjes | Geen eigen nest |
Stuifmeel verzamelen | Ja (door werksters, aan achterpoten) | Ja (door werksters, aan achterpoten) | Ja (door vrouwtjes, vaak aan poten of buikschuier) | Nee |
Honingproductie | Ja (opslag voor wintervoorraad) | Minimaal (kleine voorraad voor directe consumptie) | Nee (nectar/stuifmeel als larvenvoedsel) | Nee |
Aantal soorten (NL) | 1 | ~30 | ~330-350 | Variabel (afhankelijk van gastheren) |
Het leven van een bij verschilt sterk afhankelijk van de soort.
Bij sociale bijen zoals honingbijen en hommels draait alles om de kolonie.
Zij is het enige vrouwtje in de kolonie dat zich voortplant en eitjes legt (tot wel 2000 per dag bij honingbijen in het hoogseizoen). Haar aanwezigheid en feromonen houden de kolonie bij elkaar. Of een larve uitgroeit tot koningin of werkster hangt af van haar dieet; toekomstige koninginnen krijgen exclusief koninginnengelei, een eiwitrijke substantie geproduceerd door werkbijen.
Dit zijn steriele vrouwtjes die al het werk doen: larven verzorgen, raten bouwen (van bijenwas), nest schoonhouden en verdedigen, temperatuur reguleren, en natuurlijk nectar en stuifmeel verzamelen. Een werksterhoningbij leeft in de zomer slechts 4-6 weken; ze werkt zich letterlijk dood.
Dit zijn de mannelijke bijen. Hun enige taak is paren met een (nieuwe) koningin tijdens haar bruidsvlucht. Ze verzamelen zelf geen voedsel en worden gevoerd door de werksters. Na de paartijd, aan het eind van de zomer, worden ze vaak uit het nest verdreven (de 'darrenslacht') om geen kostbare wintervoorraden op te eten.
Solitaire bijen leiden een heel ander leven. Na het paren zoekt het vrouwtje een geschikte nestplaats. Ze legt een ei op een verzameld voorraadje stuifmeel en nectar ('bijenbrood') en sluit deze 'broedcel' af. Vervolgens begint ze aan de volgende cel. Afhankelijk van de soort kan een nest uit enkele tot tientallen van zulke cellen bestaan. Na het leggen van de eieren sterft het vrouwtje meestal. De larven ontwikkelen zich zelfstandig in hun cel, verpoppen en komen het volgende seizoen als volwassen bij tevoorschijn.
Honingbijen hebben een unieke manier om elkaar te informeren over de locatie van rijke voedselbronnen (bloemen) of nieuwe nestplaatsen: de bijendans. Er zijn twee hoofdvormen:
Deze video illustreert de fascinerende bijendans:
De nestgewoonten van bijen zijn zeer divers:
Bijen zijn meesters in het vinden en verwerken van bloemenrijkdom.
Alle bijen (behalve koekoeksbijen) verzamelen twee hoofdingrediënten van bloemen:
Sommige bijensoorten zijn polylectisch (bezoeken veel verschillende soorten bloemen), terwijl andere oligolectisch (gespecialiseerd in een paar plantenfamilies) of zelfs monolectisch (afhankelijk van één enkele plantensoort) zijn.
Naast hun cruciale rol als bestuiver, leveren (vooral honing-)bijen diverse producten die door mensen worden gewaardeerd:
Om de verschillen en overeenkomsten tussen de belangrijkste bijengroepen beter te begrijpen, toont deze grafiek een vergelijking op basis van verschillende kenmerken. De scores zijn indicatief en gebaseerd op algemene trends.
Deze visualisatie helpt om te zien hoe elke groep zijn eigen niche en sterktes heeft. Honingbijen blinken uit in sociale organisatie en honingproductie, hommels zijn robuust en goed in bestuiven bij koeler weer, solitaire bijen tonen een enorme diversiteit in nesting en specialisatie, en koekoeksbijen hebben een unieke parasitaire levensstijl.
Helaas staan bijenpopulaties wereldwijd, en ook in Nederland, onder grote druk. Meer dan de helft van de Nederlandse bijensoorten staat op de Rode Lijst als bedreigd of kwetsbaar. De belangrijkste oorzaken zijn:
Door intensieve landbouw (monoculturen, verdwijnen van bloemrijke akkerranden), verstedelijking (minder groen, meer tegels) en 'opgeruimde' landschappen verdwijnen cruciale leefgebieden voor bijen. Ze hebben niet alleen bloemen nodig voor voedsel, maar ook geschikte nestplaatsen (kale grond, dood hout, holle stengels).
Insecticiden, herbiciden en fungiciden die in de landbouw en tuinen worden gebruikt, kunnen direct dodelijk zijn voor bijen of ze verzwakken. Zelfs niet-dodelijke doses kunnen hun navigatievermogen, immuunsysteem en voortplanting negatief beïnvloeden.
Veranderende temperaturen en neerslagpatronen kunnen de bloeitijden van planten verstoren, waardoor er een mismatch ontstaat tussen het moment dat bijen actief zijn en het moment dat hun voedsel beschikbaar is. Extreme weersomstandigheden zoals droogte of overstromingen kunnen ook directe gevolgen hebben.
De verspreiding van ziektes en parasieten, zoals de Varroamijt bij honingbijen, vormt een grote bedreiging. Ook invasieve soorten zoals de Aziatische hoornaar (Vespa velutina) vormen een probleem. Deze agressieve rover jaagt actief op honingbijen en andere insecten, wat lokale ecosystemen kan verstoren.
Deze mindmap visualiseert de belangrijkste bedreigingen voor bijen en hun onderlinge verbanden:
Een beeld zegt vaak meer dan duizend woorden. Hier zijn enkele foto's die de schoonheid en het harde werk van bijen laten zien, zowel tijdens het foerageren op bloemen als bij hun nest.
Een honingbij verzamelt nectar en stuifmeel.
Close-up van een honingbij op witte klaver, duidelijk zichtbaar stuifmeel aan de poten.
Een natuurlijke bijenkolonie heeft haar thuis gevonden in een holle boom.
Bijen keren terug naar een traditionele bijenkorf, gemaakt van stro.
Gelukkig zijn er veel manieren waarop je kunt bijdragen aan de bescherming van bijen, zelfs op kleine schaal:
Vooral solitaire bijen hebben baat bij extra nestplaatsen. Een bijenhotel (een bundel holle stengels, bamboe of een houtblok met geboorde gaten van verschillende diameters (3-9 mm)) biedt onderdak. Hang het op een zonnige, beschutte plek, liefst op het zuiden gericht en beschermd tegen regen.
Laat ook wat kale, zonnige plekjes zandgrond onbedekt voor grondnestelende bijen, en laat holle stengels van uitgebloeide planten staan in de winter.
Gebruik geen chemische bestrijdingsmiddelen in je tuin. Kies voor biologische alternatieven of natuurlijke methoden om plagen en onkruid te beheersen. Koop biologisch geteelde planten en zaden.
Koop honing van een lokale, duurzame imker. Steun natuurorganisaties die zich inzetten voor bijen en biodiversiteit. Informeer je over de Nationale Bijenstrategie en lokale initiatieven.
Neem deel aan de jaarlijkse Nationale Bijentelling in april. Door bijen te tellen in je eigen tuin of buurt, help je wetenschappers om de populaties te monitoren en beter te begrijpen welke soorten waar voorkomen.